Zandaak

Schouw, aak, vletaak zijn verschillende namen voor verschillende type platbodems waarmee opgebaggerde baggerspecie werd vervoerd of het riet uit de Biesbosch naar het vaste land werd gebracht.

Ook voor zandwinning werden deze schepen gebruikt. Men gebruikte daarvoor baggerbeugels met een linnen zak. Wanneer de beun vol was met zand, werd het naar het stort of aan land gebracht.
Dat laatste gebeurde met kruiwagen en schep over de loopplank. Veel zandaken hadden een breed en gedeeltelijk uitneembaar bord om makkelijk uit te laden.
De steenfabrieken waren goede afnemers van zand, bijvoorbeeld langs de Hollandse IJssel en de Lek.
Rond 1900 had de gemeente Vreeswijk aan de Lek waarschijnlijk de grootste vloot zandaken van Nederland.

Aanvankelijk waren dit kleine houten schepen met een lengte van 8 tot 12 meter en een breedte van 2,5 tot 3,5 meter.

Het scheepsmodel van de zandaak in het Nationaal Baggermuseum heeft een romp daterend uit 1910, vervaardigd door de heer Van Rees uit Sliedrecht. Na schenking door de familie Van Rees, is het model geheel gerestaureerd door de heer J. Bons.
Het model meet een lengte van 178 cm en een breedte van 56 cm. De schaal is vermoedelijk 1:50.